Koninklijk bezoek op Voorstraat 31

Met aantekeningen uit het oorlogsdagboek van Johan Been, toegelicht door Jenneke Groeneveld



Indien iemand van buiten Den Briel Johan Been gevraagd zou hebben: 'Waar woont hier de burgemeester?', dan zou hij waarschijnlijk geantwoord hebben: 'daar in dat grote huis op het Noordeinde'. Met 'dat grote huis' verwees Been naar de burgemeesterswoning, tegenwoordig bekend als het voormalige kantongerecht, oftewel Voorstraat 31. De fraaie woning met het toen nog prachtige smeedijzeren hek om de arduinen stoep werd in Beens tijd door verschillende generaties van de familie Lette bewoond. De laatste van de drie burgemeesters die hier woonde, vertrok in 1919 en daarmee verloor het huis haar status als burgemeesterswoning. Over de drie Brielse burgemeesters Lette heeft Johan Been in de Nieuwe Brielsche Courant van 1919 geschreven. In die stukjes schreef hij hoofdzakelijk over het wel en wee van Brielle tijdens de ambtstermijn van de betreffende burgemeesters. Maar Johan Been zou Johan Been niet zijn geweest als hij zijn verhaal niet van persoonlijke opmerkingen had voorzien. Zo lezen we bijvoorbeeld: 'Een heer als burgemeester Lette, die een representatief figuur had (eigenaardig uitkomend in zijn fraaie handtekening), vermogend was en den 1en April 1872 Z. M. den Koning te zijne huize had kunnen ontvangen op een wijze, die de eer van den Briel ophield(...)' en dan krijgen we een aardige persoonlijke anekdote te horen over dit koninklijk bezoek.



En inderdaad was de koning Willem III bij de viering van de 300-jarige herdenking van 1 april 1572 die dag de eregast geweest van het burgemeestersechtpaar. Ook bracht de koning bij die gelegenheid de nacht door bij de familie in hun Brielse woning. Dat bracht natuurlijk extra protocollen en richtlijnen met zich mee, niet alleen binnenshuis waar de koning dineerde, maar ook buitenshuis, want: 'teneinde Zijne Majesteit niet ontijdig te doen ontwaken werd de straat voor het burgemeestershuis met zand bestrooid.'*)

In het oorlogsdagboek**) dat Been over de oorlog 1914-1918 bijhield lezen we over een andere Koninklijke Hoogheid die de (derde) burgemeestersfamilie Lette met een bezoek vereerde:

'Donderdag 5 November 1914. Om 1 uur kwam een wagen vol personen,
die voor een oefening van het Roode Kruis naar Helvoet waren geweest,
waar Prins Hendrik inspectie had gehouden. Tegen kwart voor 6 kwam
hij hier. Er was grote belangstelling, maar de mensen zagen niets,
omdat het al donker was en hij in een gesloten auto reed. Hij kwam
van Mildenburg te Oostvoorne, waar hij thee bij de Hr. Lette gebruikt
had en logeerde in Den Briel eveneens bij de heer Lette. Tegen 10 uur
werden bij de markt zowel als bij het Asylslop palen met een lantaarn
geplaatst om eind Voorstraat af te zetten, daar het 's morgens vroeg
zo'n verbazend gerij is met de melkwagens naar de boot.(...)

Vrijdag 6 November 1914. Reeds voor 9 bezocht de prins het Asyl, de kerk
enz. Hij was de tuin doorgegaan, en kwam zo in het Koeslop uit, wat niet
wegnam, dat hij spoedig omringd was door de kinderen, die naar de scholen
gingen. Per auto bezocht hij de 103-jarige Corstiaan Hagers.***) Tegen 10 uur
verliet de prins per auto wederom de stad. Hij was in generaalsuniform met
band van het Rode Kruis om de arm, en had een hondje (taks) bij zich, dat
wegliep, maar door de schooljongen (Bertus Vink) opgevangen werd.(...)

Zondag 22 November 1914.- 's Middags hoorde ik nog het een en ander van het
bezoek van prins Hendrik, die, vernemende dat de familie Lette een Duitse
kookster had laten overkomen, naar de keuken was gegaan, op de tafel daar was
gaan zitten en een poosje met die kookster in het Duits gesproken had.
Ook tegenover de twee meiden was hij toen vriendelijk geweest; ieder van hen
had 20 gld. fooi gehad.'



In het oorlogsdagboek****) van mr. F.J.D.C. Egter van Wissekerke (tijdens 1914-1918 burgemeester van Nieuwenhoorn en Rockanje is over hetzelfde bezoek het volgende te lezen:

'5 november 1914. Prins Hendrik bezoekt het eiland per auto. Woonde oefeningen bij te Hellevoetsluis van het Rode Kruis. Dejeuneerde aan boord oorlogsschip. Reed van Hellevoetsluis over Rockanje naar Oostvoorne om Brielle. Was door Kapitein Luitenant ter Zee Fock (namens stellingcommandant) gewaarschuwd. Ik ging voor alle zekerheid naar Rockanje per rijwiel, had hoed en broek daar laten brengen en stond behoorlijk uitgedost voor het Raadhuis (zonder ambtsketting) doch Z.K.H. reed kalm door, ik had mij dus niet behoeven te verkleden. Luitenant-Kolonel van Haeften stond met de officieren voor het hospitaal doch de Prins reed door. Z.K.H. gebruikte thee op Mildenburg met Klaas en at en sliep te Brielle bij Klaas. [Klaas Lette was burgemeester van Oostvoorne en Brielle jg] Wij verstrekten Dina [Mevrouw Lette] ons kristallen glaswerk, zilveren broodmandje enz. en ook bloemen die dateerden van 3 November. Het bezoek viel erg mede. De Prins heeft het zeer naar zijn zin gehad. Juffrouw van Doorn de kookvrouw uit Den Haag kookte en had dadelijk de sympathie van den Prins omdat zij familie had die in het Duitse leger dienden. De Prins kwam in de keuken en was erg verheugd toen hij bemerkte dat er hertenrug werd geserveerd. Hij maakte zich meester van de oesters en deelde die uit. De volgende ochtend beklom de Prins de toren en bezichtigde de kerk. De 103 jarige oud-strijder Hagers werd bezocht. De Prins reed per auto via Nieuwenhoorn (ik ging er niet heen) zonder ophouden naar Hellevoetsluis en ging van daar naar Middelharnis voor bijwonen transport kolonne Roode Kruisoefeningen.'

Vanaf het vertrek van de laatste burgemeester Lette in 1919 heeft het pand (vanaf 1940 officieel Voorstraat 31) wisselende bestemmingen gehad. Vrijwel iedere Briellenaar kent het huis als kantongerecht. Opmerkelijk is dat het verblijf van koning en prins in Brielle geen eigen leven is gaan leiden. Het pand is niet het huis met de konings- of prinsenkamer geworden. Wel kent de Brielse overlevering 'de Koninginnekamer en het Prinsenkwartier' benamingen die verwijzen naar een bepaalde kamer of wijk waar (al of niet vermeend) een Koninklijke Hoogheid een logiesverblijf heeft gehad. Zelfs Johan Been, die voor het plaatselijke VVV stadsgidsen schreef (de laatste Historische Gids voor Den Briel verscheen in 1926),heeft deze bijzondere feiten niet in zijn boekjes genoemd.

*) J. Klok, 1966, Brielle in oude ansichten, p. 37.

**) Hier is gebruikgemaakt van de verkorte versie van het oorlogsdagboek, dat rond 1950 in bewerkte vorm gepubliceerd werd in de Nieuwe Brielse Courant.

***) Voor de landelijke kranten waaraan Johan Been als correspondent verbonden was, schreef hij:
Vrijdagmorgen bracht Prins Hendrik een bezoek aan de 103-jarigen
oudstrijder Corstiaan Hagers. Rechtop staande, ontving hij den Prins, over wiens bezoek hij niets verlegen was."Want", vertelde hij later, "ik heb dat meer bij de hand gehad. Ben ik toch niet met mijn vaandel vlak voor Koningin Sophie moeten komen, die Prins Alexander, toen nog maar een jongetje, aan den arm had?
"Hij had zich ook nu dapper gehouden, het een en ander uit zijn Belgischen tijd meegedeeld, en toen den Prins, die zich naar een zieke dochter van Hagers begaf en met haar een langdurig gesprek had, als zijn meening te kennen gegeven, dat zij in elk geval 'goed haar snater roerde, om welke uitdrukking hartelijk werd gelachen.
Toen de Prins heenging en bezig was in zijn auto te stappen, was de oude Metalen-Kruisridder op de stoep van zijn woning gekomen, en wuifde Z.K.H. vriendelijk het afscheid toe.

****) Manuscript, verslag over de oorlogsjaren 1914-1916